woensdag 1 augustus 2012

De geur van dood

Ik was laatst in de apotheek. En dat is een enge plek. Je bent omringt door mensen die medicijnen voor weetikveelwat komen halen. Misschien AIDS-remmers, een zalfje tegen eczeem, een fles anti-acne, parkinsonpillen, tyfus in een tube, je weet het niet. Ik moest hooikoortspillen halen. Met een herhaalrecept dus ik zei niet wat ik nodig had tegen de assistente. Het was een maandag voor de vakantie dus er waren geen kinderen. Alleen ouderen, vrouwen in de overgang en een verdwaalde moeder. En dan sta je daar als jongere die wegloopt met drie pakjes pillen in zijn hand. Met lang haar en metalshirt. In hun hoofd heb je twee dingen vast: antidepressiva of een of andere harddrug om hard op te gaan. Je voelt de ogen in je rug priemen. Ze weten dat je het toch doorverkoopt.

De enige plek enger dan de apotheek is het ziekenhuis. Waar je ook bent, hoe sterk de geur van schoonmaakmiddel ook is, je ruikt maar één ding en dat kan zelfs dat chloor niet verbergen: de geur van dood. Dagelijks sterven er mensen in dat huis waar jij bent om je arm te laten ingipsen omdat je van een hek gevallen bent. Je voelt je minderwaardig, wat is een gipsen arm nou vergeleken met een ziekbed van drie jaar? En je denkt maar een ding: ik wil hier niet sterven.
De hele sfeer in zo'n ziekenhuis is depressiever dan een emo-meeting op Utrecht Centraal. Niemand lacht. Logisch ook, maar ik kan me niet stoppen in te beelden hoe een vrolijk ziekenhuis eruit zou zien.

"Dokter Lachebek naar OK 3!" Nou, mevrouw *pff* ik zie het al. U heeft (wahahaha) myoclonus in uw interior sphyncter!"

Muziek, metal, Mitchell

Ik koos een onderwerp. Muziek. Werd wel eens tijd. De rest van deze blog is puur vrij schrijven. Verwacht zijtakken, zijsprongen, totaal ongerelateerde onderwerpen en meer.

Ik zat laatst in kaart te brengen hoe ik bij mijn muzieksmaak ben gekomen. Die is vrij breed, zelfs voor een metalhead. Ik ben er laatst achter gekomen dat als ik van smartlap zou houden, ik alle muziek wel eens gehoord heb. Ik trek twee grenzen: smartlap en noise. Maar daar later meer over.
Ik ben eigenlijk een afschuwelijke metalhead. Mijn lievelingsband is niet eens metal. De band die ik als de Allergrootse Ooit beschouw is Queen. Queen is in mijn ogen de allerbeste band aller tijden. Ik zou daar een hele blog aan kunnen wijden, maar dat doe ik niet. Ik heb betere dingen te doen (ja toch wel).
Ooit vroeg ik aan mijn pa of hij goede muziek had. Hij kwam aan met Status Quo, Led Zeppelin, AC/DC en Guns 'n' Roses. Als ik er zo op terugkijk was dat pure hersenspoeling. Ik had geen keus, ik kreeg het door mijn strot geduwd als het ware. Misschien wilde ik helemaal niet naar rockmuziek luisteren. Maar goed, dankzij deze 'indoctrinatie' werd ik weer eens het buitenbeentje op school.
En omdat ik er toch aan gewend was, zette ik die trend maar meteen door toen ik in de brugklas kennis maakte met de wondere, almachtige wereld van metal. Goed, tot hier geen verassingen.

De verassingen beginnen als ik mensen zeg dat ik gek ben op klassieke muziek. 'Wat? Jij?!' Ja, ik. Ik vind het hele idee dat een metalhead niet van klassieke muziek zou houden een vooroordeel van de bovenste plank. Er is potdomme een heel subgenre gewijd aan symfonische muziek! Ik ben door mijn oma opgevoed met Mozart, Strauss en meer dan die muziek. Ik denk dat ze hoopte dat ik er een 'degelijke' muzieksmaak aan over zou houden. Wist zij veel dat er een band zou ontstaan die klassieke muziek en metal zou versmelten. Nu slaat ze zichzelf voor de kop. Na een dag gevuld met herrie is het erg rustgevend om wat klassieke muziek op te zetten en gewoon te chillen. Dit is iets wat sommigen niet begrijpen. Een gevoel dat niet uit te leggen is omdat je het moet snappen of niet. Vraag maar aan de jeugd van tegenwoordig. Want alles wat niet uit de jaren '00 komt is kut, antiek en saai.
Nee. Want de hele radio is gevuld met dezelfde geluiden achter elkaar en dat is niet saai. Nee hoor. Daar zijn The Beatles niets bij. Ik hoorde deze week een nummer dat de Vengaboys samplede. Als artiesten melodieën van de Vengaboys gaan gebruiken is de bodem van de beerput wel bereikt dunkt mij.

Goed. Dit brengt me bij rap. Wat de FUCK is ermee gebeurd? Vroeger was rap gevaarlijk, het muzikale wapen uit de ghetto's. Public Enemy, Run DMC, die groepen propageerden verzet tegen het systeem, racisme en trots zijn op je afkomst. Wat is rap nu? Luister naar de radio dan weet je het. Een generieke technobeat met een recitatief eroverheen met een dik accent. De tekst? Die gaat over seks, hoeren, feesten en stoer zijn. Acts als 50 Cent, Lil' Wayne en Souja Boy zijn gewoon een belediging voor de old-school rapmuziek. En ja, ik luister graag af en toe naar rap. Maar wel echte rap, van de straat. Fucking hell, zelfs Eminem is geloofwaardiger dan Lil' Jon. Die trouwens als clown zou moeten werken, kijk naar hem.

Volgende genre: Dubstep. Dubstep is vet, haters gaan haten. Ja ok, het klinkt alsof je laptop een orgie heeft met de staafmixer en een blikopener, maar toch. Heel internet vind het kennelijk nodig om te haten. Ik zeg dat dit puur te maken heeft met het feit dat het zo snel zo populair is geworden. Plots was het er, als een soort Mr. Bean die uit de lucht valt. Want mensen houden er niet van als er iets sneller populair wordt dan zijzelf. Jaloerse eikeltjes zijn we. Hou nou eens je bek dicht en wacht twee jaar tot het weer de underground in gaat en dan zullen we zien wie er nog naar dubstep luistert.
Want niks is zo wispelturig als de muziekindustrie. De ene dag ben je de meest geliefde artiest ooit en de volgende dag wordt je uitgekotst. Vreemd fenomeen.

Ik vraag me af of ik nog wel als metalhead gezien kan worden. Ik luister immers naar (classic) hardrock, blues, old-school rap, dubstep, industrial, klassiek, EDM, drum & bass, jaren '80 popmuziek, elektronische muziek (Kraftwerk, je weet die shit is vet), HxCx en weet ik veel wat nog meer. En ABBA. Want ABBA is baasch. Ben ik dan een metalhead? Als het antwoord nee is, prima. Als metalhead zijn betekent dat ik niet meer naar andere muziek mag luisteren wil ik het niet eens zijn. Zolang ik maar mag zeiken op de maatschappij.