dinsdag 23 februari 2016

Vrees de dode lijn

Zoals je misschien hebt gemerkt, ben ik niet erg consistent in mijn schrijven. Dat is een eigenschap van mezelf die al vaak naar voren is gekomen. Ik ben een ramp met deadlines. Dat moet ik nuanceren. Misschien leest school mee, en dat staat niet echt goed op je rapport als journalist. Ik ben een ramp met plannen en mezelf deadlines opleggen. Als ik een planning maak, voor opdracht van school, of omdat het me handig lijkt, is dat puur voor vorm. Want ik garandeer je, binnen een week klopt er geen hout meer van en is mijn organisatie chaotischer dan een mierennest.

Waar ligt dat aan? Geen idee. Creatieve geest zullen we zeggen. Van de regel dat ik elke week een column moest schrijven is al niks terechtgekomen. Drie weken ging het goed. Toen werd het stil. Eng, aangezien dat precies gelijkvalt met het opstarten van de Obnoxious Letters-Facebookpagina. Wellicht is het een vorm van onmerkbare druk die ik wil vermijden? Aan de andere kant. waar doe ik dit voor? Voor mezelf, maar ook voor vermaak. Dus niet miepen, en schrijven.

Hier loop ik vaker tegenaan. Met schoolopdrachten meestal niet, die krijg ik vrijwel altijd op tijd af. Deadlines geven me een creatieve boost, dus dat komt goed. Maar met dit soort planningen gaat het fout. Ik heb drie keer eerder geprobeerd de blog opnieuw op te starten. Allemaal mislukt. Ik wijdde het aan de druk om elke week creatief te zijn. Maar inmiddels heb ik een boek geschreven, dat me dwong om élke dag creatief te zijn. En tot nu toe is de ontvangst op mijn schrijfsels ook goed. Dat inspireert. Als de kwaliteit goed is en niet lijdt onder druk, waarom zou ik me druk maken. Mijn moeder zou het wijzen op een onderbewuste drang om druk en verantwoordelijkheid te mijden. Maar ik ben volwassen (ahem) en dus confronteer ik dat.

Hierbij een gelofte. Ik zweer mijn deadline aan te houden. Voor altijd. Voor deze blog in ieder geval. Eens kijken hoe lang het duurt voor ik dit breek. We nemen nu weddenschappen aan. En nu moet ik heel erg gaan nadenken hoe ik mijn blog over de MTV-cultuur ga opbouwen...

maandag 1 februari 2016

Snotteren en rochelen

Ik ben een klungel. Ik houd mijn schema van deadlines maar twee weken vol. Dit is de vierde column en ik ben weer te laat. Maar het geeft me wel iets om over te praten, iets anders dan ik aanvankelijk wilde. Ik ben namelijk ziek.

Ja, dat lees je goed, ik ben ziek. Mijn ijzeren gestel is geveld, mijn lichaam geinfecteerd met een of andere genetische virale mutatie. Mijn keel is opgezet, dikker dan de gezichtsblubber van Ivo Opstelten, en bij de meest gewone acties (denk, niezen, hoesten, praten, ademen) schuurt mijn strottenhoofd tegen mijn slokdarm als ware het een dope mocro in de disco met zijn ho's.Om het af te maken druipt er consistent een stroompje slijm uit mijn neus, dat alleen weggaat door woest te snuiven, wat mijn keel weer agiteert. Dus ja, het loopt niet zo lekker in mijn lijf.

Nou moet je weten, ik ben nooit ziek. Niet vaak in ieder geval. Ik heb wel eens last van een verkoudheidje hier, een loopneusje daar en kleine dingetjes, maar niks wat mij belemmert in het doen van mijn dagelijkse routine. De keren dat ik daadwerkelijk doodziek plat op bed heb gelegen kan ik op mijn twee handen tellen. Ik haat dat. Ik haat het om te moeten liggen, met een emmer naast mijn kussen, zonder pijn te lijden als ik naar de wc moet, met een kloppende hoofdpijn alsof je onderdeel bent van een sadistisch spelletje Hamertje Tik.

Ik heb het geluk om nooit in een ziekenhuis te hoeven liggen, behalve toen ik mijn pols brak. Ik drink bijna elke ochtend melk of een andere vorm van zuivel, ik eet veel groente, vitamines en gezonde stoffen, en als het te veel wordt neem ik een paracetamolletje. Mijn lichaam is van staal en titanium, anderen worden ziek, ik niet. Als Vera ziek is, zorg ik voor haar, maar andersom kan het gewoon niet. Ziek zijn is zwakte, IK BEN NIET ZWAK. Ik werk nog met koorts en hoofdpijn. Ik heb ooit een concert bezocht door me helemaal vol te proppen met aspirine en een hele avond op appelsap te leven. Ik bel werk nog niet af voor een griep. En nu zit ik aan mijn bureau met een sjaal en een trui aan, melk te drinken. Ik ben niet naar school gegaan. Oftewel: zwak.

Ik heb nu voornamelijk keelpijn. Als er iets is dat ik haat, is het keelpijn. Hoofdpijn laat me tenminste fatsoenlijk eten. Keelpijn is een stekend insect met haat. Ik sta strak van de melk met honing, en dat helpt alleen tijdelijk. Op het moment kan ik praten en slikken zonder helse pijn te lijden, maar geef het een half uur en dan is het schuurpapier weer terug. Vrijwel al mijn huisgenoten zitten op het moment te snotteren, hoesten, rochelen en gorgelen. Ik ga er later wel op uit om mijn ziektebron te vinden. En dan hoest ik op hem/haar. Heel hard. Niet te hard. Auw.

vrijdag 15 januari 2016

Voor de gains

Ik ben geen type voor een sportschool. Geloof me, ik heb het zo vaak geprobeerd. Eerst als schriele tiener, met armen zo dik als lucifers, in de ijdele hoop wat meer spiermassa te kweken. Ik heb meer spieren gekregen van het drummen. Vervolgens ergens rond de 20 de draad weer proberen op te pakken, alleen maar om na een paar weken te stoppen want motivatie. De laatste keer dat ik het probeerde deed mijn rug meer pijn dan mijn spieren. In een drukke omgeving vol met spandex en katoen zware shit tillen en 'lekker zweten', om de volgende dag niet te kunnen bewegen. Ja, top man.

Maar aan mijn omgeving duidelijk wel. Steeds meer mensen die ik ken kopen een strak spandex broekje en gaan in de gewichten hangen. Soms met resultaat. Soms ook niet. Sommigen vinden de hapslikweg-Italiaan een beloning, anderen zweren bij kwark. Maar ze hebben allemaal iets gemeen: ze doen het voor de gains. Want gains, daar gaat het om. Al mijn sportende vrienden behoren tot een van de groepen die je in de sportschool kunt vinden. Een opsomming:

1. De fanatieke spierbundel (m/v). Deze dude/dudette leeft voor sport. Armen als staalkabels, benen zo hard als beton en buikspieren waar je aardappels op kunt schillen. Eet zes tot dertien maaltijden per dag, liters shakes, wagonladingen kip met rijst en broccoli en kilo's kwark. Leven volgens ritme is het échte leven, en spieren zijn God. Valt regelmatig mensen lastig met ongevraagd advies en geklaag over 'niet genoeg gains'.

2. De "kijk mij eens gezond zijn"-trien. Zo'n type dat met twee vriendinnen bij de drankenautomaat gaat staan, even wat halters van 5 kilo tilt, naar de wc gaat, weer verder praat, en na afloop de fastfoodtent in duikt 'want honger'. Sport waarschijnlijk om af te vallen, maar slaagt er niet in.

3. De overdrijver. Rent twintig kilometer voor het ontbijt, fietst naar zijn werk in Groningen, zwemt in de pauze het IJsselmeer over en snelwandelt dan over de A27 naar huis op zijn handen, alwaar hij zestien liter shakes naar binnengiet, de kat voert, en nog even honderd mijl achterstevoren hinkstapspringt, recht zijn bed in. Heeft teenschoenen.

Mijn alternatief is niet veel beter. Baantjes trekken in het zwembad. Op zich, niet slecht. Maar er zijn altijd eikels die niet doorzwemmen in de snelle baan. Een blik naar de langzame baan is voldoende om je ballen te doen verschrompelen en in een zielige hoop naast je prostaat te nestelen. Verlepte stukken vel drijven treurig door het water. Kortpittige kapsels kwebbelen en roddelen. Dat ene mooie meisje heeft een afschuwelijke trampstamp als ze het water uit komt. En dan is er nog de kerel in het badpak, want dat is zo gestroomlijnd. En als je denkt dat het klaar is komt kortpittig, iets te dik, middelbaar Nederland uit zijn grot om onder leiding van een slanke den te gaan aquagymmen. Kogelronde dames waarvan het een wonder is dat het logge karkas in beweging is gekomen.

De conclusie: sporten is kut. Sporters zijn kut. Je kan het alleen gedogen. Ik ben Wilders en de sportschool is mijn nepparlement.



vrijdag 8 januari 2016

Leugens aan jezelf

Het is 2016. Tjonge, wat vliegt de tijd. Kinderen geboren in 1999 worden dit jaar 17. En dat zonder Def Rhymz te kennen. Het is een schande. Maar nu alle knallen, rode snippers, champagneglazen en katers weer in de kast zijn verdwenen is het tijd voor reflectie. Traditioneel zit elke sportschool de eerste drie weken van het jaar bommetjevol met alle stukken mensenvlees die zichzelf voorhouden gezonder bezig te zijn, beter op hun voeding te letten en vooral, regelmatiger te gaan sporten. Deze rage duurt zo'n anderhalf a drie weken tot de eerst lichting zich realiseert "waar de fok ben ik mee bezig?", en linea recta naar de dichtstbijzijnde fastfoodtent holt om zich te goed te doen aan de zonden van de mensheid.

Ik ben niet zo van de goede voornemens. Als je dan toch beloftes aan jezelf gaat maken, kan dat ook wel half augustus. Ik lieg sowieso liever anderen voor dan mezelf. Want we weten allemaal hoe het gaat. Een paar weken/dagen ben je gemotiveerd, en dan niet. Omdat redenen. En daar heb ik geen zin in. Immers, wat je niet afspreekt, kan je ook niet verbreken. En dan raakt er niemand teleurgesteld dat hij na een half jaar maar twee uur in de sportschool heeft gezeten. Of net te vaak die Big Mac naar binnen gepropt heeft. Of gerookt.
Want laten we eerlijk wezen, er zijn maar drie goede voornemens. Minder roken, minder drinken, meer sporten. De enkeling die minder wil masturberen laten we buiten beschouwing, evenals de kerel die zegt dat ie wil gaan settelen met zijn wederhelft.

Dus de verkoop van alcohol en sigaretten loopt twee maanden terug en dan is het carnaval en wég zijn de principes. Oftewel: jezelf voorliegen. Ja, er zijn mensen die erin slagen te doen wat ze willen. De meerderheid: pretentieus geneuzel.
"Oh, jij hebt geen voornemens? Ik wel. Ik ga elke dag een bedreigde diersoort redden. En elke week naar de Vrouwenyoga want mijn aura is zeer fragiel, echt waar. En ik probeer zo min mogelijk gluten te eten, want ja, helemaal ontwijken kan je niet ehehehe." Bedenkt u het kortpittige kapsel er even zelf bij.
Een huisgenoot zei "ik ga niet meer drinken. Maar ook niet minder." Dat vond ik mooi. Weer een ander zei "overleven." Dát zijn mooie voornemens.

Heb ik dan helemaal geen voornemens? Ja. Nee. Soort van. Meer schrijven is een ding, maar dat had ik al met mezelf afgesproken voor de jaarwisseling. Dat is geen voornemen, maar een doelstelling. Massaproductie van verhalen en troep. De kwaliteit gaat lijden, wees er zeker van. Wat nog meer? Niet veel. Wat plannen met de bands afgesproken, maar daar houdt het mee op. Ik ben sowieso geen sporter. Daar kan ik een hele blog aan wijden. En dat gaan we doen. Maar niet nu.