42 jaar geleden haalde ABBA voor Zweden de eerste
overwinning op het Eurovisie Songfestival binnen. Op de zestigste verjaardag
van het meest glitterende evenement ooit wint Zweden alweer met Måns Zelmerlöw
en het nummer "Heroes". Boeide het mij? Nee.
Want allemachtig, wat was het dit jaar een imitatiefestijn.
Buiten de enkele vreemde eend in de bijt (zoals Moldavië. Het festival beginnen
met een half ontklede leernicht die staat te pelvic thrusten op een steiger
geef ik 12 punten) was het alsof Conchita Wurst en onze eigen Ilse en Waylon
zichzelf 27 keer derderangs gekloond hadden. Driekwart van de nummers was of een
machtige powerballad, of een ingetogen folkliedje. Dat is wat ik noem, je
stempel drukken.
Nou is daar an sich niks mis mee, dat soort nummers maken
immers al jaren de dienst uit. Maar is het leuk?
NEE! Waar zijn de halfnaakte manvrouwen? Waar zijn zilveren
glitterpakjes? Waar zijn vreemde acts? Ik wil Russische oma’s, heavy metalmonsters, kalkoenen en alienhomo’s! Woestbehaarde schreeuwlelijkerds metronddraaiende drummers! Desnoods een Lady Gaga-vampier, maar geef me iets
ridicuuls! Het mag toch niet zo zijn dat het grootste curiosum Conchita Wurst
is die de green room vermaakt in veel te strakke rokjes? Is dit een nieuwe
richting? Ik hoop het niet. Want mooie liedjes is niet waarom ik dit kijk. Het
was het equivalent van een Ajax-wedstrijd. Je hoopt op een prachtig schouwspel,
maar je krijgt ongeinspireerde bagger, futloos gedoe en een koude douche.
De Sex Pistols zijn popmuziek vergeleken met deze bazen. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten